Inhuldiging Sint-Rochuskapel op 16 augustus 2024
Omdat Sint-Denijs-Westrem gespaard bleef van de talrijke epidemieën die in de 19de eeuw heel wat slachtoffers maakten, bouwde de familie Soenens rond 1869 een kapelletje ter ere van de Sint-Rochus, een vermaarde pestheilige.
Sint-Rochuskapel – historie van de heropbouw
Ridder Florent Soenens, geboren in 1806 en overleden in 1886, gehuwd met Anne van Zuylen van Nyvelt, besliste om een kapel ter ere van Sint Rochus te bouwen aan de rand van de oude spoorlijn Sint-Denijs-Westrem naar Gent-Zuid, vlak bij het kasteel van Gérard de Hemptinne.
Deze kapel werd door de aanleg van deze spoorlijn verwoest. Daarna werd ze herbouwd door Ridder Florent Soenens vlakbij het kleine station van St.Denijs-Westrem.
Omwille van de verlenging van de lijn Gent-Kortrijk via Oudenaarde werd deze opnieuw gesloopt en het was zijn zoon Ridder Emile Soenens (°1840 +1919), echtgenoot van Clothilde de Bay die in 1919 de bestaande kapel herbouwde aan het Sint-Rochusplein.
Na anderhalve eeuw geleidelijke verloedering drong restauratie zich op. Zo dachten althans enkele opmerkzame inwoners van de gemeente: zonder ingrijpen zou dit bescheiden stukje uit het straatbeeld verdwijnen. Zij zetten hun schouders onder het initiatief en stichtten een vereniging "Vrienden van Sint-Rochus".
Omdat de kapel een fraai voorbeeld is van 19de eeuwse neogotiek, en een stijl waarin heel wat kunstenaars en vaklui in Sint-Denijs beslagen waren en een hoge graad van bekendheid genoten tot ver buiten de grenzen van de gemeente. Toch is het bescheiden, doch waardevol bouwwerk niet beschermd, zodat de financiering vooral door privé-initiatief dient te worden gedragen. Crowdfunding, een belangrijke inbreng van eigenaar en de Provincie Oost-Vlaanderen maakten de start van de restauratiewerken mogelijk. Dit gebeurt door de gespecialiseerde firma P. Nijs.
Het tuintje rondom de kapel wordt aangelegd met enkele Sint-Rochusplanten en -kruiden. In het verleden werden nogal wat planten ingezet bij de bestrijding van besmettelijke ziekten als de pest.
Amper twee dagen na de start van de werken deden vaklui al een verrassende ontdekking: bij het ontmantelen van de binnenwanden kwamen fragmenten van de oorspronkelijke muurschilderingen uit 1869 aan het licht waarvan kleuren en motieven goed bewaard bleken. Het geheel van het schilderwerk is echter verloren gegaan ten prooi aan ouderdom en vochtinwerking.
Standbeeld van Sint Rochus : 18e eeuws
Via Parcum (instelling waar alle beelden uit kerken en kapellen ondergebracht worden tot ze een nieuwe bestemming krijgen) was er een Sint-Rochusbeeld beschikbaar, afkomstig uit Ruisbroek, waar de kerk een andere bestemming kreeg. Het gaat om een authentiek neogotisch beeld, dat in onze kapel aan een nieuw leven begint.
Rochus van Montpellier (Montpellier, 1295 – 1327) is een Franse heilige. Men rekent hem tot de zes pestheiligen.
Zijn hagiografie vertelt dat Rochus werd geboren te Montpellier. Hij was de enige zoon van Joannes en Libera, die hij verloor toen hij 20 jaar oud was. Zodra hij kon, gaf hij zijn geërfde vermogen aan de armen en vertrok in 1317 te voet naar Rome. Onderweg verpleegde hij zieken, bij voorkeur pestlijders, en verwierf spoedig naam, omdat hij sommigen genas door het kruisteken over hen te maken. Op de terugreis werd hij te Piacenza zelf door de pest aangetast. In de iconografie wordt hij daarom vaak met een open been afgebeeld. Hij trok zich terug in een bos en werd daar door een engel genezen. Bij zijn terugkeer in Montpellier werd hij op bevel van zijn oom als spion gevangengenomen. Hij verbleef vijf jaar lang, tot aan zijn dood, in de gevangenis. Toen hij stierf verscheen er een engel in glanzend licht die verkondigde dat allen die Rochus aanriepen tegen de pest, genezen zouden worden. Dit verhaal ging onmiddellijk rond in Montpellier. Zijn oom liet zijn lichaam met veel eerbied wegnemen en liet vele lijkdiensten opdragen als schuldbekentenis.
Ofschoon nooit officieel heilig verklaard, vond al in de 14e eeuw zijn naam de weg naar het missaal en wordt zijn feest op verschillende dagen gevierd (16, 17, 18 of 26 augustus). Hij is de patroon tegen pest en besmettelijke ziekten, hij wordt gerekend tot de 14 noodhelpers. In Montpellier staat zijn patroonskerk, de Sint-Rochuskerk.
De uitbeelding van Rochus
De pelgrimstocht van Rochus naar Rome en weer terug nam vijf jaar in beslag, en op de terugweg werd hij getroffen door de pest.
Hij is gekleed in een schoudermantel, van andere afbeeldingen ook wel bekend als "Jacobsmantel" of "pelgrimsmantel"; een mantel dus die door pelgrims werd gebruikt tijdens hun pelgrimage. Iets dergelijks geldt voor de schelp op zijn linker schouder: het is de Sint-Jacobsschelp die in de iconografie wordt gebruikt op de hoed of mantel van een persoon die als pelgrim moet worden afgebeeld. Dezelfde schelp dient als herkenningsteken langs de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella.
De staf in Rochus' rechterhand is te benoemen als pelgrimsstaf, louter bedoeld als wandelstok, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de rijk versierde bisschopsstaf (denk aan de staf van Sinterklaas) die slechts een ceremoniële functie vervult en in de iconografie duidt op een kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder (bisschop, kardinaal of paus).
Het aureool achter zijn hoofd is kenmerkend voor een heilige. Niet onvermeld mag blijven dat de diverse bronnen het er niet over eens zijn of Rochus inderdaad wel officieel is heilig verklaard, of alleen maar in het volksgeloof als heilige is vereerd. Rochus wijst met zijn linker wijsvinger naar een open wond op zijn linker bovenbeen. Uit de diverse beschrijvingen weten we dat het hier gaat om een opengesprongen pestbuil. Veel verhalen over Rochus melden dat het hondje dagelijks de wonden van Rochus schoonlikte; andere bronnen houden het op een engel die zijn wonden genas.